De methode Vorselaar


De eigen normaalschool van de zusters, opgericht in 1902, was in twee opzichten belangrijk voor de congregatie. Aan de ene kant rekruteerden de zusters hun kader en hun leerkrachten uit de eigen normaalschool, en dat doen ze vandaag trouwens nog steeds. Aan de andere kant was hun normaalschool, die na de tweede wereldoorlog ook toegankelijk werd voor leken, een kweekschool waar mensen met pedagogische talenten konden werken aan didactische vernieuwingen. Dat gebeurde met name voor het godsdienstonderricht, dat in Vorselaar altijd bijzondere aandacht heeft gekregen. In de jaren voor de tweede wereldoorlog en de jaren ’40 en ’50 was Vorselaar toonaangevend inzake godsdienstdidactiek.

‘De methode Vorselaar’ groeide uit de eucharistische en liturgische beweging en stond onder invloed van priester Poppe. Zuster Emerita legde er de grondslagen van en Kardinaal Van Roey stimuleerde eerwaarde moeder Severine in 1933 tot de publicatie van o.a. de “Uitgewerkte lessen in opvoedend godsdienstonderricht”. De schoolcatechese kreeg in die methode een breder en meer aanschouwelijk kader: de schrale geloofsoverdracht door het gedrilde instuderen en reproduceren van catechismusvragen kreeg nieuwe impulsen. De Vorselaarse handboeken voor godsdienst haalden na de oorlog een oplage van 600 000 exemplaren, met vertalingen in het Frans en het Engels. 

 

De congregatie in 1957

 

Algemene groei van de scholen